Nieuwsbrief // mei 22
1 Mploy breidt uit
Sinds begin mei is ons team van experten in sociaal recht uitgebreid met vier advocaten. Zij werkten voorheen in de praktijk sociaal recht van Argus Advocaten.
Mr. Veerle Scheys en mr. Steven Vandebroek kunnen bogen op zowat 20 jaar ervaring in ons expertisegebied. Zij zorgden voor de gedegen opleiding van de twee junior medewerkers die mee de overstap maakten, mr. Leen Vandenholt en mr. Merel Van de Voorde.
2 Spitsuur HR
3 Mploy in de media
De Tijd publiceerde op 31 mei 2022 een opiniestuk van mr. Steven Renette met als titel: “Overheid moet invorderingsbeleid bij bedrijven herzien.” U kan het stuk hier lezen.
4 Wetgeving – de bevoegdheden van de sociale inspectie zijn uitgebreid
Wet 1 april 2022 tot wijziging van afdeling 2/1 van het Sociaal Strafwetboek betreffende de bijzondere bevoegdheden van de sociaal inspecteurs op het vlak van de vaststellingen inzake discriminatie (BS, 28 april 2022)
Wij schreven in de vorige nieuwsbrief over de versoepeling van de regeling rond mystery calls in de strijd tegen discriminatie. De wet is intussen in het Staatsblad verschenen en treedt in werking op 8 mei 2022.
Een onderdeel van de nieuwe bepalingen in het Sociaal Strafwetboek is in onze vorige nieuwbrief onderbelicht gebleven. De wet bepaalt thans uitdrukkelijk (in artikel 42/2) dat de inspecteurs van het Toezicht Sociale Wetten al hun bevoegdheden – en die zijn zeer uitgebreid – kunnen gebruiken voor het opsporen en het vaststellen van daden die, zonder strafbaar te zijn, verboden zijn door de antidiscriminatiewetgeving. Een klacht van een (ex-)werknemer over een discriminatie op het werk omwille van bijv. een handicap, de huidige of toekomstige gezondheidstoestand, leeftijd, seksuele voorkeur, fysieke eigenschap, kan voortaan dus aanleiding zijn voor een onderzoek door de sociale inspectie waarbij alle middelen worden ingezet.
Een zijsprongetje in dit verband: in haar vonnis in de zaak van mr. Finn tegen The British Bung Company oordeelde de Engelse arbeidsrechtbank op 3 mei 2022 dat de werkgever die een mannelijke werknemer een “bald cunt” noemt, zich schuldig maakt aan ‘sexual harassment’ (in Belgische termen ‘ongewenst seksueel gedrag’) omdat mannen veel vaker te lijden hebben onder kaalhoofdigheid dan vrouwen. Het scheldwoord ‘cunt’ werd door de rechtbank door de vingers gezien als ‘industrial language’.
5 Rechtspraak – pensioen – gemengde loopbaan – eenheid van loopbaan
Grondwettelijk Hof 20 januari 2022
Als iemand méér dan 45 pensioengerechtigde loopbaanjaren en een gemengde loopbaan heeft (als werknemer, zelfstandige en/of ambtenaar), moet er – ook voor de jaren gelegen vóór 2019 – bij de berekening van het wettelijk pensioen rekening gehouden worden met de loopbaanjaren die het meeste pensioen opleveren.
Met een arrest van 20 januari 2022 deed het Grondwettelijk Hof een belangrijke uitspraak over de toepassing van het principe van de eenheid van loopbaan. Dat principe hield in dat er maximaal 45 loopbaanjaren (of 14.040 dagen) in rekening mogen worden gebracht bij de berekening van (het bedrag van) het wettelijk pensioen, zelfs indien de pensioengerechtigde méér jaren werkte (als werknemer, zelfstandige en/of ambtenaar). In dat geval werd er geen rekening gehouden met de overtollige jaren.
In 2017 greep de wetgever al in. Voor pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2019 wordt de toepassing van het principe van de eenheid van loopbaan beperkt. Sindsdien wordt rekening gehouden met alle gewerkte dagen, ook als die loopbaan meer dan 14.040 dagen omvat. Niet-gewerkte dagen (bijvoorbeeld omwille van werkloosheid) die na de eerste 14.040 dagen vallen, tellen niet mee, ook niet als ze voordeliger zijn.
Het Grondwettelijk Hof moest zich buigen over de situatie zoals die van toepassing was vóór 1 januari 2019. De Federale Pensioendienst hanteerde immers een strikte (automatische) hiërarchie (vervat in KB nr. 50 en nr. 72), zonder per individu na te gaan welke loopbaanjaren het meeste pensioen opleverden en welke jaren het minst gunstig waren: eerst nam hij de jaren als ambtenaar in aanmerking, nadien die als werknemer en tot slot die als zelfstandige. De jaren als zelfstandige schrapte hij dus eerst. Die regeling zorgde er meestal ook voor dat er rekening werd gehouden met de meest gunstige loopbaanjaren, maar dat was niet altijd het geval. Denk maar aan een persoon die zijn/haar loopbaan startte als werknemer (met een relatief laag startersloon), maar zijn/haar loopbaan eindigde als zelfstandige/ bedrijfsleider (met een hoger inkomen en dus ook hoge(re) sociale bijdragen). Als hij/zij méér dan 45 jaren werkte, werd automatisch (en dus zonder enig onderzoek) eerst de jaren als zelfstandige afgetrokken. Hoewel de betrokken persoon als zelfstandige hoge(re) sociale bijdragen betaalde, stond hier dus geen (hoger) pensioen tegenover.
Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat die regeling in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De Federale Pensioendienst moet individueel (per pensioengerechtigde) nagaan wat de minst gunstige loopbaanjaren zijn en die jaren schrappen.
Op 1 januari 2019 hadden 35,68% van de gepensioneerden in België een gemengde loopbaan. Het belang van dit arrest kan dan ook niet onderschat worden.