Nieuwsbrief 2024 – 02
1 Kantoornieuws |
Mr. Yves Thiery zal op dinsdag 5 maart 2024 tijdens het Actualiteitscollege van de Leergang Pensioenrecht van de KULeuven toelichting en kritische beschouwingen geven bij het arrest van het arbeidshof Antwerpen van 13 december 2023. Het hof oordeelde dat een waarborgbeperking van twee jaar in een collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering, die alleen geldt voor verzekerden met psychische aandoeningen en niet voor die met fysieke aandoeningen, niet voldoet aan de discriminatietoets. U kan hier meer info vinden en inschrijven. |
2 Spitsuur HR – 12 maart 2024 – geannuleerd
Helaas moeten we u laten weten dat Spitsuur HR, dat gepland stond op 12 maart 2024, geannuleerd wordt. U hoort van ons van zodra er een nieuwe datum bekend is.
3 Sociaal inspecteur Franz Kafka
Eerste feit. Er rijden in België zowat 600.000 salariswagens rond. De werkgever betaalt op dat voordeel in natura aan de RSZ een “solidariteitsbijdrage” die berekend wordt aan de hand van de CO2-uitstoot. De werknemer betaalt een belasting die rekening houdt met onder meer de cataloguswaarde en de CO2-uitstoot.
Tweede feit. De werkgever is verplicht om aan zijn werknemer minstens het loon te betalen dat is vastgesteld in sectorale cao’s. In sommige sectorale cao’s is niet bepaald met welke loonelementen daarbij rekening moet gehouden worden, in andere waaronder de sector van de vrije beroepen (pc 336) is dat wel het geval. Daar zegt de cao dat alle loonelementen mee in rekening worden gebracht, dus ook voordelen in natura. Als de optelsom van het loon in geld en het loon in de vorm van het voordeel in natura het minimumloon bereikt of overschrijdt, leeft de werkgever de sectorale cao na wat het minimumloon betreft.
Als het minimumloon dan per hypothese 2.000 euro bedraagt en de werknemer een loon in geld van 1.950 euro geniet met daarbovenop het privégebruik van een bedrijfswagen mag een werkgever tot de conclusie komen dat hij meer dan het minimumloon betaalt.
Niet zo volgens de sociale inspectie. Het voordeel van het privégebruik van een bedrijfswagen staat niet in de limitatieve lijst van voordelen in natura die de werkgever mag toekennen. Zie artikel 6, § 2 van de Loonbeschermingswet van 12 april 1965. Het voordeel telt dus niet mee voor het minimumloon…
De inspecteur vraagt de werkgever om het loon “recht te zetten”. Dat leidt tot de hallucinante situatie dat de werkgever het brutoloon in geld moet gaan verhogen voor een werknemer die al een voordeel geniet waarop hij zelf geen socialezekerheidsbijdragen moet betalen en waarop hij een eerder symbolische belasting betaalt. Voor een (diesel)auto van 30.000 euro zal hij op hooguit 200 euro per maand belast worden. Reken maar na, als die werknemer 2.000 km per maand privé rijdt (inclusief woonwerkverkeer) heeft hij die 200 euro al gespendeerd aan brandstof alleen.
Het Grondwettelijk Hof erkende in 2014 dat de wetgever een bijdrageregeling heeft uitgewerkt die bijzonder voordelig is voor bedrijfsvoertuigen in vergelijking met de sociale bijdragen die verschuldigd zijn op de andere voordelen in natura die aan de werknemers worden toegekend (GwH 17 juli 2014). Het Hof heeft daarbij niet de bedenking gemaakt dat het om een illegaal voordeel gaat.
In Grondrechten en sociale zekerheid schreef ik in 2016 al dat daarmee bepaalde groepen van werknemers, waaronder vrouwen en arbeiders, indirect gediscrimineerd worden.
En trouwens, kan de wetgever aan de ene kant – in de Loonbeschermingswet – de toekenning van een bepaald voordeel in natura onrechtstreeks verbieden en aan de andere kant datzelfde voordeel niet enkel gedogen maar ook apart – en voor werkgever en werknemer zeer gunstig – regelen op het vlak van socialezekerheidsbijdragen en belastingen?
Ludo Vermeulen, advocaat-vennoot
ludo.vermeulen@mploy.be
4 Hoge en lage lonen volgens de hogeschool (Knack 7 februari 2024)
In het weekblad lezen we: “Wie van een minimumwerkloosheidsuitkering overstapt naar een voltijdse baan met een laag brutomaandloon van 2854 euro heeft veel meer geld om van te leven.”
Een “laag brutomaandloon van 2.854 euro”?
Ter ondersteuning van deze stelling wordt verwezen naar een onderzoek van het Expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn van de Thomas More-hogeschool.
Even dat rapport erbij genomen. Dat bouwt inderdaad een ganse analyse en een aantal conclusies op de premisse dat een werkloze met een minimumuitkering (die dus al redelijk lang werkloos is, anders zat hij/zij niet op dat minimum) “overstapt” naar een job en gelijk een (laag!) maandloon van 2.854 euro gaat verdienen. Zowat 25 % van de werknemers heeft zoveel niet (zie Statbel). Bedienden van klasse B in het aanvullend paritair comité halen dat bedrag zelfs niet op het einde van hun loopbaan (zie www.sfonds200.be).
Zou het niet van meer realisme getuigen om bijv. het loon van een schoonmaker in een dienstenchequebedrijf als vergelijkingspunt te nemen. Zijn/haar uurloon bedraagt 13,36 euro. Dat levert een maandloon op van 2.199,95 euro. Een gewone verpleegkundige begint in een rusthuis aan een loon van 2.608,13 euro. Een zorgkundige aan 2.455,11 euro. Die haalt het “laag brutomaandloon” na 10 jaar dienst.
Even wat dieper gegraven. Het begrip en de meting van een “laag brutoloon” halen de onderzoekers bij de OESO. Het is het loon dat één derde lager ligt dan het mediaan brutoloon. Dat zou dan 2.854 x 3/2 = 4.281 euro moeten bedragen. Het rapport verwijst naar de gegevens van Statbel. Die vermelden voor 2021 een mediaanloon van 3.507 euro. Het “laag loon” was in 2021 dus 2.338 euro. De onderzoekers indexeren dat bedrag naar 2023. Dat levert met hun methode een bedrag op van 3.995 euro. Het laag brutoloon naar OESO-normen bedraagt dan 2.663,33 euro. Het blijft dan onduidelijk waar het bedrag van 2.854 euro als niveau van een “laag loon” vandaan komt.
Volgens de studie van het Expertisecentrum heeft zowat 14 % van de werknemers een loon dat lager is dan twee derde van het mediaanloon. Uit het laatste rapport van Statbel blijkt dat dat zowat 25 % is…Hoe dan ook is een onderzoek naar de vraag of werken loont dat uitgaat van een overstap van een minimumwerkloosheidsuitkering naar een voltijds loon van 2.854 euro academisch wellicht interessant maar het levert alleszins geen realistisch beeld op van de werkelijkheid.
Zou het niet interessanter zijn te weten of gaan werken onderaan de ladder in een rusthuis of in een dienstenchequebedrijf wel loont?
Vorig jaar bedroeg het mediaanloon volgens SD Worx 3.300 euro. Een laag loon volgens OESO-normen is dan 2.200 euro. Dat is al veel realistischer. Er zijn enkele elementen die het verschil tussen de Statbelgegevens en de SD-gegevens kunnen verklaren. Statbel steunt op een bevraging van werknemers, Op wat werknemers over hun loon vertellen zal altijd wat ruis zitten… SD hanteert de exacte loongegevens. Statbel heeft enkel werknemers bevraagd die werken voor een werkgever met minstens 10 werknemers en neemt een aantal sectoren niet op in de studie, waaronder openbaar bestuur, onderwijs en gezondheidszorg.
Hoe dan ook zullen wetenschappelijk onderzoek en de resultaten ervan altijd kritisch tegen het licht moeten worden gehouden zeker wanneer zij het beleid willen ondersteunen.
Ludo Vermeulen, advocaat-vennoot
ludo.vermeulen@mploy.be