Blijf op de hoogte

Nieuwsbrief 2023 – 10

29 december 2023

1 Kantoornieuws

 

Mr. Rob Valkeneers schreef een column op www.jubel.be met de titel “AI en recht: een kort, historisch overzicht”. Artificiële intelligentie heeft op korte termijn enorme sprongen gemaakt. Rob Valkeneers duikt in de geschiedenis van artificiële intelligentie: waar komt AI vandaan, en waar gaat het naartoe? En wat is de impact op het recht?

2 Wetgeving – Gebruiksrecht gsm-nummer na arbeidsovereenkomst

De overheid heeft heel wat werk om haar begroting op orde te krijgen, om de arbeidsmarkt te hervormen, enz. Enkele leden van de Kamer vonden intussen de tijd om rond een thema dat belangrijk kan zijn voor individuele werknemers een wetsvoorstel in te dienen.

Op 15 december laatstleden werd het wetsvoorstel teneinde het gebruiksrecht van gsm-nummers van werknemers te garanderen na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst goedgekeurd in de Kamer (Parl.St. Kamer, 55 3091).

Deze wet voert een bijkomende bepaling in in de arbeidsovereenkomst. Daarin is voorzien dat een werknemer die n.a.v. zijn indiensttreding of in de loop van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zijn mobiele nummer heeft overgedragen aan zijn werkgever het recht heeft om het gebruiksrecht hierover na het einde van de arbeidsovereenkomst terug te vragen.

De werkgever is verplicht daarop positief te reageren indien de werknemer die vraag schriftelijk en met vermelding van de datum stelt binnen de maand na het einde van de arbeidsovereenkomst.

Opgelet, deze wetswijziging verplicht de werkgever niet om het mobiele nummer dat hij zelf heeft toegekend aan de werknemer (waarover het gebruiksrecht dus niet werd overgedragen door de werknemer aan de werkgever) na het einde van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer over te dragen.

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024. Zij zal ook van toepassing zijn op werknemers die vóór deze datum hun mobiele nummer aan de werkgever hadden overdragen.

Dirk Wijns, senior consultant
dirk.wijns@mploy.be

 

3 Rechtspraak – Quarantaine en vakantiedagen

 

Hof van Justitie 14 december 2023, Sparkasse Südplatz, C-206/22
Het Hof oordeelt dat een quarantaine niet hetzelfde is als een ziekte. De werknemer die tijdens zijn vakantie in quarantaine moet wegens COVID-19 zal de “verloren” vakantiedagen niet op een later moment kunnen opnemen.

Het Europees recht bepaalt dat de lidstaten de nodige maatregelen moeten treffen opdat alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon genieten van vier weken (zie Richtlijn 2003/88). Het doel van dat recht op jaarlijkse vakantie bestaat erin de werknemer toe te laten om uit te rusten en over een periode van ontspanning en vrije tijd te beschikken. Dat doel verschilt van het doel van het recht op ziekteverlof, namelijk de werknemer in staat stellen te herstellen van een ziekte (HvJ 30 juni 2016, Sobczyszyn, C‑178/15). Een werknemer die met ziekteverlof is tijdens een van tevoren vastgestelde jaarlijkse vakantieperiode, heeft bijgevolg het recht om deze vakantie op te nemen in een andere periode dan die welke samenvalt met de periode van ziekteverlof (ibidem).

In het arrest van 14 december 2023 oordeelt het Hof dat een periode in verplichte quarantaine niet kan gelijkgesteld worden met een ziekteverlof. Een quarantaineperiode doet op zich geen afbreuk aan het recht van de werknemer om tijdens zijn vakantie uit te rusten en zich te ontspannen. Richtlijn 2003/88 heeft niet de bedoeling dat elke gebeurtenis die voor de werknemer een belemmering kan zijn om ten volle te genieten van een periode van rust of ontspanning, een grond is om aan die werknemer extra verlof toe te kennen opdat het doel van de jaarlijkse vakantie wordt beschermd.

In dit verband moeten werkgever en werknemer rekening houden met de bepalingen van het nieuwe artikel 32/1 van de Arbeidsovereenkomstenwet die op 1 januari 2024 in werking treden. Die nieuwe bepalingen zijn er gekomen om het recht op jaarlijkse vakantie bij samenloop met ziekte, zoals dat door het Hof van Justitie o.m. in het arrest Sobczyszyn is omschreven, in het Belgisch recht te realiseren. De werknemer zal vanaf 1 januari 2024, wanneer hij ziek wordt tijdens een periode van betaalde vakantie, een medisch attest moeten bezorgen aan zijn werkgever en daarbij zijn verblijfadres meedelen. Hij zal ook aan de werkgever moeten laten weten of hij gebruik wenst te maken van zijn recht op behoud van zijn vakantiedagen vanaf het einde van de periode van arbeidsongeschiktheid.

De Koning kan volgens het nieuwe artikel 32/1 nog een specifiek model van medisch attest vaststellen voor de arbeidsongeschiktheid die zich voordoet tijdens een periode van jaarlijkse vakantie maar het gebruik van dat model is facultatief (!). Tot op heden is dergelijk KB niet gepubliceerd.

Ludo Vermeulen, advocaat-vennoot
ludo.vermeulen@mploy.be

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.