Nieuwsbrief 2024 – 08
1 Kantoornieuws |
Wij blikken met voldoening terug op alweer een succesvol Spitsuur HR. U kan enkele sfeerbeelden en een aftermovie hier bekijken. |

2 Federal Learning Account – afgevoerd alvorens ingevoerd?
Sinds 1 april 2024 is de Federal Learning Account (FLA) beschikbaar voor alle werkgevers. De FLA is ingevoerd bij wet van 20 oktober 2023 en zou een nieuwe onlinetool moeten worden waarin werkgevers opleidingsrechten en opleidingen voor hun werknemers registreren. Werkgevers hebben tot 1 december 2024 de tijd om de registraties uit te voeren.
Het is wellicht beter om daarmee te wachten.
In de Kamer is een wetsvoorstel ingediend om het FLA op te doeken. Daarop volgde een amendement dat de invoering uitstelt naar 1 april 2025. Dat amendement zou in de Commissie sociale zaken van 23 oktober zijn goedgekeurd. Van uitstel naar afstel?
Martijn Ronnen, advocaat
martijn.ronnen@mploy.be

3 De impact van de nieuwe regels voor de verjaring in het strafrecht op het arbeidsrecht
Voor de arbeidsrechtbank loontekorten van tien jaar geleden vorderen? Met de nieuwe strafrechtelijke verjaringstermijnen kan het.
Met de Wet Strafprocesrecht (I) van 9 april 2024 heeft de wetgever het landschap van de verjaring van de strafvordering ingrijpend gewijzigd. Een van de meest in het oog springende nieuwigheden bestaat erin dat de verjaringstermijn voor wanbedrijven voortaan tien jaar bedraagt en niet langer vijf jaar zoals voorheen.
De wet trad in werking op 28 april 2024 en bevat geen overgangsbepalingen. Dit betekent dat ze meteen van toepassing is op alle geschillen die op 28 april 2024 niet verjaard zijn.
De gevolgen van deze nieuwe wet laten zich ook voelen in het arbeidsrecht. Niet weinig bepalingen in het arbeidsrecht worden strafrechtelijk gesanctioneerd. Dat geldt niet enkel voor allerhande vormen van sociale fraude maar ook voor de eerder “kleine” inbreuken, zoals het niet correct betalen van (barema)loon of het niet naleven van een algemeen verbindend verklaarde cao. Werknemers die menen dat ze te weinig loon betaald kregen, hebben nu tien jaar de tijd om verhaal te halen. Ze kunnen dit doen door een klacht neer te leggen bij de sociale inspectiediensten in de hoop dat dit uitmondt in een procedure voor de correctionele rechtbank maar ook de kortere – en snellere – weg naar de arbeidsrechtbank staat voor hen open. Artikel 26 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat de burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf, niet kan verjaren vóór de strafvordering. Een burgerlijke vordering die gesteund is op een loonmisdrijf, verjaart sinds 28 april 2024 dus maar tien jaar nadat er te weinig loon werd betaald.
Strikt genomen moet de werknemer naast het vastgestelde loontekort bijkomend aantonen dat de werkgever met opzet heeft gehandeld. In de praktijk blijkt dat de lat voor het leveren van dit bewijs zo laag ligt dat het moeilijker is om er onder te gaan dan erover. Het begrip opzet wordt door de meerderheidsrechtspraak veel nauwer uitgelegd dan wat we hieronder verstaan in het normale spraakgebruik. Van algemeen opzet is al sprake wanneer de werkgever behoorde te weten dat hij een inbreuk pleegde op een strafrechtelijk gesanctioneerde norm.
De niet te stuiten stroom van arbeidswetgeving met telkens nieuwe verplichtingen aan de ene kant én de tendens om voor de handhaving hiervan altijd maar weer naar het strafrecht terug te grijpen aan de andere kant, maakt dat vele ondernemingen – niet alleen hun bestuurders maar ook hun aangestelden – “daders” zijn van sociaalrechtelijke misdrijven en dat misschien zonder het zelf te weten. Zij zullen bij het nemen van beleidsbeslissingen pas na tien jaar geen procedures meer moeten vrezen.
Steven Renette, advocaat-vennoot
steven.renette@mploy.be

4 Rechtspraak – de bevoegdheid van de sociale inspectie tot zoeken
Zet het Hof van Justitie de bevoegdheid van de sociale inspectie om op zoek te gaan in bedrijfsinformatiesystemen op losse schroeven?
HvJ 4 oktober 2024, C-631/22
De Oostenrijkse politie had de gsm in beslag genomen van de geadresseerde van een pakketje, nadat bij een controle was vastgesteld dat dit pakketje 85 gram cannabis bevatte. Vervolgens deed de politie vergeefse pogingen om het mobieltje te ontgrendelen om toegang te krijgen tot de gegevens die daarin waren opgeslagen. Zij had geen toestemming van het parket of van een rechter.
Het Hof constateert dat de toegang tot persoonsgegevens die op dergelijke informatiedrager staan een ernstige of zelfs zeer ernstige inmenging kan zijn in de grondrechten van de betrokkene. Dergelijke inmenging moet ‘proportioneel’ zijn. De ernst van het strafbare feit waarnaar het onderzoek loopt, vormt een van de belangrijkste parameters wanneer de evenredigheid van zo’n ernstige inmenging wordt getoetst. Een dergelijke inmenging in het privéleven en de bescherming van gegevens moet wettelijk zijn vastgesteld, hetgeen inhoudt dat de nationale wetgever voldoende nauwkeurig moet bepalen met welke elementen rekening moet worden gehouden, met name de aard of de categorieën van de betrokken strafbare feiten.
Verder moet een rechterlijke instantie of een onafhankelijke bestuursrechtelijke entiteit een dergelijke toegang vooraf toetsen, behalve in naar behoren aangetoonde spoedeisende gevallen. Deze toetsing moet zorgen voor een eerlijk evenwicht tussen de legitieme belangen in verband met het onderzoek in het kader van de criminaliteitsbestrijding enerzijds, en de grondrechten op eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens anderzijds.
Een gsm zal meestal veel meer persoonsgegevens (foto’s, filmpjes, berichten, bankgegevens, enzovoort) bevatten dan andere informatiedragers zoals een laptop of een bedrijfscomputer. Het Sociaal Strafwetboek maakt geen onderscheid tussen de soorten informatiedragers en kan dat ook niet doen gezien de snelle technologische evolutie.
De regeling van de bevoegdheid van de sociale inspectie krachtens artikel 42/2 juncto 28 en 29 Soc.Sw. beantwoordt aan geen enkele van deze voorwaarden, terwijl ook mobiele telefoons als informatiedragers onder de reikwijdte van artikel 28 en 29 vallen en laptops en andere toestellen evengoed de door het Hof beschreven gevoelige persoonsgegevens (kunnen) bevatten.
Ludo Vermeulen, advocaat-vennoot
ludo.vermeulen@mploy.be